Maandelijks archief: mei 2014

Ga nóóit shoppen! …. (ahum)

Als je een ambtenaar pissig wilt krijgen, in ieder geval gold dat voor mij destijds, dan moet je gaan ‘shoppen’. Dat wil zeggen: hem of haar voorbij lopen om via een ander te krijgen wat je via hem of haar niet kreeg. En wat helemaal funest is in de relatie met je ambtelijk contactpersoon is om het rechtstreeks via de wethouder te spelen. Ga dus nooit shoppen als je het niet wilt verknallen. Welnu, mensen: ik heb gezondigd tegen mijn eigen regel.

Afspraak maken

Eerder deze week wilde ik een vraag over een bepaalde bestemming in een oud, nog niet digitaal beschikbaar, bestemmingsplan snel beantwoorden. Vroeger liep je dan naar het gemeentelijk loket, daar lagen alle bestemmingsplannen achter de balie en kon je met hulp van de medewerker opzoeken wat je nodig had. Nu moet je van tevoren een afspraak maken. Dat is prima, doen we dat. Afgelopen woensdagochtend gebeld met het algemeen nummer. De afspraak is volgende week woensdag. Dat was minder, dat was eigenlijk ronduit tegenvallend. Dan toch maar even direct contact opgenomen met een van mijn vroegere collega’s; die middag had ik de informatie binnen.

En of dat nog niet genoeg wangedrag is van mijn kant: wederom had ik een simpel te beantwoorden vraag, over de planning van de lopende bestemmingsplanprocedures. Ik moest het echt snel weten, dus ik heb een email-bombardementje aan drie oud-collega’s gewijd aan deze vraag. Zeker één zou toch wel snel reageren? Het gebeurde, en ik kon door. Strikt genomen is het geen shoppen, maar echt fijn is het ook niet voor de mensen aan de andere kant.

Mea culpa?

Mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa, zeg ik tegen de gemeente. Het eigen belang bleek toch de overhand te krijgen boven gezagsgetrouwheid. Maar het moet gezegd dat mijn gedrag wel getriggerd is door de stroeve manier waarop de afspraak met het loket tot stand kwam. Wat is de meerwaarde van het loket als het maken van een afspraak een week duurt? Dan heb ik nog eerder een directe afspraak gemaakt met een medewerker van de backoffice. In het streven naar efficiëntie lijkt het me niet raadzaam om de vraagbaak-functie van het loket te veronachtzamen. Anders krijg je meer van dit soort doorsteekjes, en dat was nou juist níet de bedoeling.

“D’r in en d’r uit” heeft in het Brabants twee betekenissen. “Efkes d’r in en d’r uit” zeg je als je maar kort ergens wilt blijven. “Het duurde d’r in en d’r uit” zeg je als iets heel erg lang duurt. De eerste uitdrukking lijkt mij bij uitstek van toepassing op het gemeentelijk loket, de tweede bij uitstek niet.

Inmiddels heb ik mijn tien weesgegroetjes opgezegd. En zoals wij dan als goed katholiek zeggen: en door.

Alles over het kasteel

Zo, ik denk dat deze kop best wel wat geïnteresseerden naar mijn blog trekt. Het is de vraag die mij het meeste gesteld wordt: “En, hoe gaat het met het kasteel?” (bedoeld wordt Kasteel Gemert, ik mag mij met de herbestemming ervan bemoeien). Een erg interessant proces, anders dan alle andere processen waar ik mee te maken heb, en daar wil ik graag over vertellen. Maar hoe ver kun je hierin gaan, in het algemeen bij projecten?

Vertrouwelijkheid

Het is doorgaans niet in het belang van een opdrachtgever om de handel en wandel binnen een project te bespreken in een café of bij de naborrel van een vergadering. Ik houd het dan ook vaak bij een algemene omschrijving van de voortgang. ‘Het gaat goed’, of ‘het loopt stroef’ of ‘het is spannend’ met een korte toelichting daarop. Dat is wel eens onbevredigend. In het voorbeeld van kasteel Gemert zou ik de mensen graag vertellen over de gesprekken die er zijn met allerlei partijen, de denkwijzen ten aanzien van de politiek en de moeilijkheden en uitdagingen die op ons pad komen. Maar zeker bij zo’n mediagevoelig onderwerp kan dat verkeerd uitpakken en publiciteit genereren waar de nieuwsgierige goegemeente wel, maar het project niet mee gediend is.

Dus ben ik voorzichtig. Dat was ik trouwens al als ambtenaar. En soms zit ook ik op mijn praatstoel (laat ik me vooral niet roomser voordoen dan ik ben), en komt er meer uit mij dan normaal. In de juiste omgeving, op het juiste moment en met de juiste persoon is het soms lekker om wat loslippiger te zijn. Het kan zelfs nuttig zijn en tips of nieuwe inzichten opleveren. Maar meestal is het mondje dicht. Het heeft me bij monde van een van mijn opdrachtgevers al eens de charmante ondertitel ‘betrouwbaarder dan de Nederlandsche Bank’ opgeleverd. Dat lijkt me ook wel wat waard, eerlijk gezegd.

Resultaten zien

De ‘keerzijde van de medallie’ is wel: ik kan zo verrekte weinig laten zien van waar ik mee bezig ben. Het gros van mijn werkzaamheden onttrekt zich aan de openbaarheid, en dat moet ook zo zijn. Het is af en toe ook gewoon te saaie kost om het over te hebben, laten we wel wezen. De resultaten komen later, veel later vaak. Als er iets gebouwd, heringericht of herbestemd is. Met het resultaat zichtbaar op tafel kan ik ook beter vertellen wat mijn rol is geweest; dat heb ik gemerkt in mijn verhaaltje over de EVZ Esperloop.

Nee, ik kan niet met enige regelmaat krachtige logo’s laten zien, fonkelende websites, mooie tuinen of luxueuze zwembaden. Dat vind ik jammer, maar het is zoals het is (misschien verandert dit nog ooit, wie weet). De enige remedie is: zo snel mogelijk zoveel mogelijk resultaten behalen. Dat proberen we dan maar te doen.

En oh ja, wat kasteel Gemert betreft: alles komt goed.

“Dat is voor jou toch aftrekbaar?”

In een van mijn vorige blogs had ik het over een vooroordeel ten opzichte van ‘de ondernemer’. Deze keer aandacht voor misschien nog wel een grotere misvatting: de misvatting dat ondernemers alles kunnen betalen, omdat ze het toch wel kunnen aftrekken van de belasting. Echt heel wonderlijk.

Nieuwe computer

Een nieuwe auto, een printer, een sponsorschap, een lunch of dinertje. “Betaal jij dat maar, want dat kun je aftrekken.” Daarmee de suggestie wekkend dat het helemaal niks kost. Hoe moet ik me dat voorstellen? Dat er bij de kassa van de Media Markt iemand van de Belastingdienst op je staat te wachten om die nieuwe computer handje contantje te vergoeden? “Proficiat, u bent een ondernemer, en daarom mag u dit gratis meenemen.” Nee, natuurlijk werkt het zo niet! Alles moet gewoon betaald worden, hoor.  En als je het niet hebt op dat moment, dan heb je het niet.

Het ondernemersvoordeel komt later, als een deel van de winst niet belast wordt omdat je de gemaakte kosten er eerst van af mag halen. Het gaat dan dus over procenten van de kosten die gecompenseerd worden doordat je minder belasting betaalt – soms wel twee jaar nadat je bij de Media Markt bent geweest. Begrijp me goed: mij hoor je zeker niet klagen dat het bestaat, het is fijn dat het er is. Het is een belangrijk voordeel dat we hebben. Maar de beeldvorming dat je als ondernemer alles maar kunt betalen wekt op zijn minst verbazing.

Eigen schuld

Nu moet ik zeggen: het is niet geheel te wijten aan alle andere mensen dat er zo tegen het ondernemerschap aangekeken wordt. Ik denk dat ik er -toen ik nog een eenvoudige hardwerkende ambtenaar was- ook wel eens zo over gedacht heb. Maar hoeveel ondernemers kennen we ook niet, in ieder geval in het verleden, die een week na hun bezoek aan de Kamer van Koophandel die hagelnieuwe personenauto of fonkelende bus de oprit op reden? En dan zélf zeiden dat ie ‘toch aftrekbaar was’. De crisis heeft dit fenomeen wel een beetje naar de achtergrond verdrongen, en ik denk dat dat goed is.

Ook een ondernemer moet uiteindelijk gewoon zijn spulletjes betalen. Dat is althans mijn eigen ervaring. Maar als ik het fout zie en er zijn ondernemers die gratis kunnen winkelen: ik leer graag van mijn collega’s.

P.S.: Herinner je je mijn blog van 2 mei nog over het ‘gratis advies’? De betreffende bijna-klant kon mijn opstelling dusdanig waarderen dat ik enige dagen later een leuke bon in mijn brievenbus aantrof. Een mooi gebaar.

19 mei 2014

Witte rook

VerkiezingenZe zijn er uit. Het college van mijn gemeente Gemert-Bakel staat. En ik moet zeggen: chapeau. De drie kemphanen uit de vorige periode gebroederlijk bij elkaar, er zijn momenten geweest in de afgelopen jaren dat dat een onmogelijkheid leek. Is de politiek onnavolgbaar, of is mijn politiek inzicht niet zo groot als ik zelf graag zou willen geloven? Ik denk dat je het formatieproces van binnenuit mee moet maken om het écht te begrijpen. Laat ik wel zeggen: het is goed zo.

Schaduwen

In een van mijn vorige blogs deed ik nog een stoere duiding van de verkiezingsuitslag, en mijns inziens klopt die nog steeds. Ik eindigde toen ook met de wens dat er vanaf nu vooruit gekeken wordt en geschiedenissen geschiedenissen worden gemaakt. Dat doen ze dan toch wel weer een stukje sneller dan ik had gedacht, waarvoor hulde. Er is een fraai staaltje over-eigen-schaduwen-springen getoond. Uiteraard naar eigen zeggen in het belang van Gemert-Bakel, maar hoe vaak wordt het eigen belang wel niet in termen van algemeen belang verwoord? Het zit er natuurlijk altijd wel bij, want macht (aandacht) en overleven zijn begrippen die met het politieke spel verweven zijn. Maar in dit geval heb ik toch de neiging om te geloven dat de ‘brede coalitie’ en de mix van ervaring en nieuw ook echt als beste oplossing voor de problemen en uitdagingen wordt gezien.

Tevreden

Ik ben het daar ook wel mee eens. De bijtende discussies van de afgelopen tijd, de jijbakken en oorwasserijen van een jaar of drie geleden, het geeft lekkere televisie op de lokale omroep, maar het is ook tegelijk tenenkrommend en a-productief. Dát leek iedereen gaandeweg ook wel in te zien, met als bewijs deze coalitie. Zoals Hans Teeuwen ooit zei: “De rust keert weder in mijn nederige houthakkersstulpje”. Daar lijkt het althans op. Voor alle mensen die betrokken zijn bij de ontwikkelingen in de gemeente (als ambtenaar, politicus, ontwikkelaar, adviseur, ondernemer, inwoner enz.) is het zó veel prettiger als er een positieve stroom is. Dan bereik je wat, dan wil iedereen bij je horen, dan los je problemen op. Dat is overigens een universele wijsheid.

Ik wens het nieuwe college van Gemert-Bakel oprecht alle goeds toe.

Ben ik wel een echte?

De zin van de week: “Dán ben je ondernemer.” Ik heb nu een paar keer gehoord dat het anders had gemoeten. Dat ik dan meer geld had kunnen verdienen. Dat maakt de echte ondernemer blijkbaar, in de ogen van velen. Ik heb de neiging om te zeggen: dan maar geen echte.

Voorbeeld

Een potentiële klant wilde drie bouwkavels ontwikkelen op zijn perceel. Hij had mij uitgekozen om dat traject te begeleiden, en da’s fijn. Mij oriënterend voorafgaand aan het offertegesprek viel me de grote LPG-cirkel op van het naastgelegen tankstation. Alarmbellen. Je ziet van mijlenver aankomen dat dat een belemmering wordt. Dus ik heb gezegd dat ik allereerst dat even zou onderzoeken, voordat er veel tijd en energie en geld in het project gestoken ging worden. Mijn ingeving bleek helder. De belemmering is op dit moment te groot. Het project gaat voor onbepaalde tijd in de vriezer.

Geld verdienen

Nu kún je zeggen: meneer, ik ga de haalbaarheid van uw plannetje voor u onderzoeken. Je zet alle ins en outs op een rij in een mooi rapportje, plaatjes erbij, the works, om tot de slotsom te komen dat die LPG-cirkel toch wel heel erg vervelend is. Die werkwijze had mij een paar honderd euro opgeleverd. En de klant was een paar honderd euro kwijt geweest. Voor niks. Dat kan toch wel ooit gebeuren natuurlijk, maar als het zo klip en klaar is vind ik niet dat ik dat kan maken. Maar sommigen vinden dus van wel. Het leverde mij de eerste zin van dit stukje op.

Een ondernemer heeft in de ogen van de goegemeente bepaalde kenmerken, en een ervan is blijkbaar dat hij alles zal doen om geld te verdienen. Da’s lekker, ben je net af van de vooroordelerige praat over ambtenaren, krijg je dit.

Ben ik een echte ondernemer? Ik weet het niet. Ik denk dat ik me in ieder geval wel een goede adviseur heb getoond in dit geval. Met oog voor de klant. What goes around comes around, dus ergens zal het me heus nog wel eens iets opleveren.