Maandelijks archief: augustus 2014

Mensen, ledt toch eens op je spelling!!

dtUntil my dying day (om met Frans Timmermans te spreken) zal ik de kriebels krijgen van een foutief gebruik van d’s en t’s. De taalstrijd met mijn tienerstiefdochters verlies ik al meer dan me lief is (“Als ze toch weten toch wat ik bedoel?”), maar helaas word ik meer dan eens per dag geprikkeld door d- en t-fouten in het professioneel taalverkeer. Dat kan niet, mensen! Het staat slordig.

Bemoeien

Die kriebel, die rilling als ik een verkeerd geplaatste d of zie. Ik kan het niet helpen en ik wil het meteen omzetten in actie. Een mail of DM naar de persoon in kwestie, met een klacht vermomd als advies. Maar waar bemoei ik me mee? Ik ben geen schoolmeester. Bovendien is het een strijd tegen de bierkaai, want al zolang als ik hierover iets te zeggen heb dient men mij spitsvondig van repliek: “Dat is zo lang geleden. Daar ben ik nooit goed in geweest. Zolang ze me maar begrijpen. Het zijn ook zulke lastige regels.” Dat zal allemaal wel kloppen, maar denk er maar gewoon even wat verder over na dan. Kofschip en Fokschaap, dat soort dingen. Nogmaals: het ziet er niet uit.

Onze helpdesk geeft antwoordt = Onze helpdesk geeft antwoord (antwoord is een zelfstandig naamwoord en wordt niet vervoegd)

Deze woning is scherp geprijst = Deze woning is scherp geprijsd (komt van prijzen, stam is prijz-, geen kofschip dus -d)

Ons bedrijf vervaardigd = Ons bedrijf vervaardigt (derde persoon enkelvoud hij/zij in de tegenwoordige tijd is altijd met-t)

Dit word u aangeboden = Dit wordt u aangeboden (ook al staat er een -d, het is 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd, dus met -t)

Zo, het is er weer even uit. Met mijn blog binnen handbereik hoef ik niet iedereen persoonlijk af. Wie zich aangesproken voelt denkt op dit moment vast wel even: ‘Oh ja, daar zal ik weer eens op gaan letten.’ Het is een beginnetje.

Nu ik me tegenwoordig ook op het pad van het tekstschrijven begeef, leg ik mezelf natuurlijk wel enige druk op. O wee, als ik nu een fout maak.

Dan zijn de rapen gaar. De poppen aan het dansen. Maar dat is van hetzelfde laken een pak. (Dit laatste is vrij naar Hans Teeuwen)

 

Resultaten zien: Camping Grotelse Heide

GrotelHet is niet zomaar een vinkje wat ik achter het bestemmingsplan voor camping Grotelse Heide zet. Het plan is vorige week onherroepelijk geworden, en daarmee zit mijn klus erop. Een klus die begon omdat een vastgelopen proces nieuw leven ingeblazen moest worden: koren op de molen van de projectaandrijver! Maar er zit een kleine wereld áchter dit bestemmingsplan, dat nu op zijn lauweren rust op ruimtelijkeplannen.nl. Geen alledaags karweitje dus.

Team

Een kleine anderhalf jaar geleden werd ik uitgenodigd door de eigenaar van de Bakelse toeristencamping, het park dat de laatste jaren een tanend bestaan leidt. De eigenaar wilde het park een nieuwe toekomst geven, en een herinrichting tot chaletpark was en is het doel. Plannen in die richting waren wel uitgewerkt, maar nu lag het al een tijdje stil. Om vooruit te kunnen moest er garen op de klos komen. Ik begon natuurlijk meteen te spinnen, dat snap je.

Ik moet zeggen: het is gewoon erg goed gegaan. Natuurlijk lopen de molens nooit zo snel als de opdrachtgever eigenlijk wil, maar er ligt anderhalf jaar later een goede, onherroepelijke planologische basis. In mijn ogen is dit te danken aan een goed team: een goede samenwerking met de opdrachtgever en zijn adviseur, maar zeker ook met de gemeente. Vanaf het eerste startgesprek heb ik een positieve grondhouding en heldere communicatie mogen ervaren met de betrokken medewerkers. Natuurlijk zijn er gaandeweg ‘dingetjes’ geweest, maar zoals ze bij ons zeggen: “da houde toch.”

Emoties 

Grotelse Heide is niet zomaar een camping. Er zit een geschiedenis van decennia ingebakken in de campinggasten, de beheerder en vooral ook de omwonenden. Het heeft in het verleden gebotst en geknetterd, en die emoties zijn verre van verdwenen. De betrokkenheid is erg groot. Tel daar nog een aantal persoonlijk emotionele gebeurtenissen bij de hoofdrolspelers bij op en dan kan het net zo goed mis gaan.

Maar we hebben de focus altijd op het eindresultaat gehouden, ik denk dat dat ook mede de kracht van het proces is geweest. Je niet verliezen in jij-bakken en ego, maar kijken naar wat er feitelijk moet gebeuren en welke afspraken er uitgevoerd moeten worden. Over schaduwen heen stappen. Dat is hier wel gebeurd, en dat verdient een compliment aan de betrokkenen. Daardoor hoeft er nu niet teruggekeken te worden naar het verleden, maar kan de blik écht vooruit.

Een goed team en een goede focus, dat leidt dus tot resultaat. En nu op weg naar die nieuwe toekomst voor camping Grotelse Heide als resort Grotels Goed, hopelijk een trekker van formaat voor het plaatselijk toerisme.

P1060241

Toerisme in Zuidoost-Brabant: nog een hele weg te gaan

Toerisme 2Afgelopen week mocht ik een dagtocht lang vertoeven in het Land van Maas en Waal. Ik heb me bewogen tussen kastelen en terrassen, thee- en andere tuinen en historische dorpscentra. Wat vooral opvalt: het gebied is er ook op ingericht, de bruine borden zijn overal en trekken je aandacht. Ik trok voor mezelf de conclusie dat we in Zuidoost-Brabant eigenlijk nog ver af staan van een écht succesvolle toeristische infrastructuur.

Speerpunt

Het is overal een speerpunt. Toerisme en Recreatie. Rust, ruimte en groen. De gemeentes moeten wel, want er is niet heel veel meer om je mee te profileren. Maar ja, spring er maar eens bovenuit. Haal die toerist maar eens binnen, als hij ook kan kiezen voor de frisheid van het Rivierenland, de pracht van de Achterhoek of de heuvels van Limburg. Dat is verdraaid lastig. Het begint natuurlijk met prima accommodaties en attractieve bezienswaardigheden. Ik heb er zelf een paar in mijn projectenportefeuille, dus ik voel me daarop zeker aangesproken. Maar ik roep ook de gemeentes op om meer te doen, of eigenlijk: om meer te laten.

Bordjes

Het stimuleren van recreatie en toerisme is bij uitstek het stimuleren van ideeën en projecten ‘uit het veld’, vind ik. De recreatie-ondernemer moet er heil in zien, díe moet zijn product tot in de puntjes verzorgen, zo niet dan komt er geen hond op af. Ik denk dat veel, zo niet alle lokale politici, het hiermee eens zijn. Toch lijkt het alsof er angst (mee)regeert. Een soort angst dat het te druk wordt, dat er meer reuring, geluid, mensen, auto’s op de gemeente af komen. Tsja, maar dáár is het natuurlijk ook wel een beetje om te doen.

Een goed voorbeeld vind ik de bruine bordjes, de toeristische bewegwijzering, los van de vraag of de verantwoordelijkheid daarvoor bij de gemeente of bij de VVV ligt, dat weet ik even niet. Maar ik heb nou niet echt het idee dat deze kwistig rondgestrooid zijn over het Zuidoost-Brabantse landschap. En dat is het hem denk ik ook: de idee, ergens in het achterhoofd, dat zo’n bordje een schril contrast vormt met onze bossen en onze maïsvelden voorkomt denk ik het enthousiast plaatsen van het spul. Maar ga eens kijken in Meijel en Roggel. Ga eens kijken in Afferden, Plasmolen en Well. Ga eens kijken in Rhenen, Amerongen en Wijk bij Duurstede. De bordjes zeggen: het bruist hier! Hier verveel je je niet. Fiets! Wandel! Vaar!

Lusten en lasten

Is je gemeente of regio een toeristisch succes, dan wordt het drukker. Dat is natuurlijk ook wel de paradox: je propageert rust en ruimte, maar als teveel mensen dat oppikken kan het met die rust en ruimte snel gedaan zijn. Echter: het halfslachtige wat ik nu meen te constateren, daar moeten we vanaf. Je kiest ergens voor, ga dan ook ergens voor. Je hoeft de lasten die met andermans lusten gepaard gaan niet zonder meer voor lief te nemen, maar accepteer dat je ermee te maken krijgt en maak goede afspraken om problemen te voorkomen. Meer volk heeft nu eenmaal zo zijn gevolgen: het is niet reëel te wensen dat het drukker wordt en dat tegelijkertijd alles bij hetzelfde blijft. Verwelkom het, en deal ermee.

Nog even en je ziet door de bruine bordjes het bos niet meer.

Ik wandel, dus ik werk

wandelaarAls ik overdag een eindje ga wandelen, en dat doe ik tegenwoordig met enige regelmaat, zie ik de gefronste wenkbrauwen. Ze zeggen het soms ook gewoon. “Oh, aan de wandel, heb jij daar tijd voor?” Want wandelen staat gelijk aan niets doen, en niets doen is een onmogelijkheid op een doordeweekse dag. Ik zie het anders. Het draagt juist bij aan mijn productiviteit.

 

Fit 

Ik ben begonnen aan een kleinschalig fitheidsoffensief, waarvan een dagelijkse ochtendwandeling van een half uur deel uitmaakt. Het is nog te vroeg om te concluderen dat ik er fysiek op vooruit ga, maar de invloed op de mentale fitheid is nu al onmiskenbaar. Ongeveer tussen de tiende en vijftiende minuut begint het ordenen. Ik zet de doelen voor de dag neer in mijn hoofd, of maak een begin met de beantwoording van die lastige kwestie waar ik gisteren mee geëindigd ben. Een half uurtje is genoeg voor een frisse mentale start van de dag. Fietsen of joggen zal hetzelfde effect hebben.

Zo’n wandeling kan ook in de middag plaatsvinden. Hoe schuldig heb ik mij wel eens gevoeld als ik tegen half drie een rondje rond-de-toren ging doen? Dat hoort niet als je moet werken. Maar hoe zinloos blijkt dat schuldgevoel vaak weer te zijn bij terugkomst. Wandelen is ook ruimte scheppen namelijk. Ruimte voor creatieve oplossingen, briljante zinnen of mooie ideeën. In die zin levert het wat op, meerwaarde die ik weer inzet in mijn opdrachten. Wandelen is dus eigenlijk gewoon werk. Zo, ik heb het gezegd. Al zal het niet snel gebeuren dat ik dat half uur op de rekening zet hoor, dat gaat ver.

Half uurtje

Je moet nou ook weer niet eindeloos door blijven lopen. Ergens wordt het namelijk helemáál vrij in je hoofd, vraag de wandelaars naar Santiago er maar eens naar. Dat is erg lekker, maar niet erg productief. Daarom is dat half uurtje prima, je kunt dan eenmaal achter de computer weer snel aanhaken en je kwijten van je belangrijke taak.

Een goede tip dus, lijkt me. Alleen nu niet allemaal ineens gaan opvolgen, want dan wordt het ’s morgens veel te druk op de Heikampseweg.

Wifi bij het zwembad

wifiVergeet ‘op 100 meter van het strand’, vergeet ‘een uitgebreid animatieprogramma’, vergeet ‘een overdadig dinerbuffet’: Wifi is het allerbelangrijkste wat een aanbieder van een vakantie-accommodatie tegenwoordig moet regelen. Het hoort bij de zoekfilters te staan op de reissites, vind ik. Ook op onze vakantie hoorde ik regelmatig de gevleugelde uitdrukking “Ik ben even naar de Wifi”. De Wifi is een plek geworden.

Verslaafd? 

Daar staan ze dan op een kluitje in de lobby van het hotel: de social media-adepten, meestal Nederlanders. In de wi-file. Ze bezetten tafels in restaurants of de ligstoelen van het zwembad. Twitter checken, Facebook checken, WhatsApp checken, Nu.nl checken. Alles checken. Vroeger checkte je alleen in en uit.

De blik niet op oneindig, niet op goedgevulde bikini’s, niet op vadsige strandgasten, maar 40 centimeter schuin naar beneden (of naar boven, als je ligt). Daar is het scherm, daar zijn de vrienden en de rest van de wereld. Je zou er een nek-hernia van krijgen.

Ja, ik heb het zelf ook gedaan. Meer dan eens. Je moet wel. Het zit in je. Is er nog iets gebeurd? Mis ik iets? Ik schuif om te ontgrendelen, en ga aan de gang. App na app: Bon Appetit! Verslaafd? Ik? Misschien wel ja.

Minder media mag

Ik heb in ieder geval gemerkt dat er op een doordeweekse dag eigenlijk niet zo gek veel gebeurt. Eén keer per dag checken volstaat, zou je zeggen. Waarom schuift die vinger thuis dan zo vaak over het scherm? Bijwerken, altijd maar bijwerken. Dat op zichzelf irritante draaiende rondje zou de voorbode moeten zijn van iets nieuws, iets leuks. Maar het valt eigenlijk vaak wel mee. Of tegen. Minderen kan, dat geldt ook voor mij. Ik kan misschien iets anders vinden om mijn verveling te verdrijven. Een boek of zo.

Maar…dan ben ik niet up-to-date. Niet snel genoeg met mijn hilarische reacties op Facebook-posts, of dat het nieuws geen nieuws meer is. Hmm, ik weet zo net nog niet of het minder gaat worden.

En ik zie ook het goede. WK, MH-17: het gebeurt, en je beleeft het direct mee. De vreugde, de lol, het verdriet, de rouw en de duiding. Die Telegraaf van twee dagen terug is op vakantie definitief niet meer nodig. Dat is een waardevolle verworvenheid van het moderne leven.

Ja, gelukkig was er wifi bij het zwembad!