Maandelijks archief: juli 2014

Mijn vrijheid

VrijheidHet is één van de meest genoemde voordelen van het zelfstandig ondernemerschap: de vrijheid. De vrijheid om te doen wat je wilt wanneer je het wilt, de vrijheid om je eigen keuzes te maken, de vrijheid om je eigen koers te bepalen. Geen bazen, geen grenzen. Tot op zekere hoogte klopt dat, maar ik kijk er toch ook iets genuanceerder tegenaan. In veel gevallen ben je namelijk helemaal niet vrij. Je hebt verschillende rollen, en dat brengt nieuwe grenzen met zich mee.

De klant

Wie betaalt, bepaalt. Een oud en nuttig gezegde. Het komt nog regelmatig van pas, en het is ook nog een terechte uitspraak ook. Je luistert naar je klant of opdrachtgever, bedient hem van een welgemeend advies, maar als puntje bij paaltje komt voer je uit wat hij of zij wil. Je bent afhankelijk van hem om je geld te verdienen, en dus kun je je niet alles permitteren. Geen eigengereide dingen doen of zeggen, wel degelijk die avond doorwerken omdat hij het vraagt. Dat is toch iets anders dan de vrijheid zoals eerder geschetst. Het is niet erg, maar als ik dat wel zou vinden kijk ik wel drie keer uit voordat ik dat ook laat weten. Het zou eerder schaden dan baten.

De gemeente

In mijn geval ben ik ook nog eens een adviseur, die veel met andere partijen te maken heeft. Partijen zoals de gemeente. De gemeente bestaat uit mensen en met die mensen moet ik meer dan eens samenwerken. Want ik ben er niet alleen voor die ene klant, maar ook voor anderen. Je wilt, kortom, op goede voet blijven en een prettige gesprekspartner blijven. Dat is althans mijn idee daarvan. Je bereikt er het meeste mee, ook voor de opdrachtgever. Niet dat dat betekent dat je altijd poeslief moet zijn, zeker niet, maar rücksichtslos ten strijde trekken, alle schepen achter je verbrandend voor die ene zaak, dat lijkt mij onverstandig. Er zijn meerdere wegen naar Rome. Je bent vrij om jouw weg te kiezen natuurlijk, maar denk je even verder na dan wordt de vrijheid wel begrensd door de rede.

Ik als burger

Vroeger was ik ambtenaar. Wat betreft de vrijheid om te zeggen wat je denkt was dat een heldere situatie: ik kon lang niet altijd zeggen wat ik dacht. Mijn speelruimte werd gedefinieerd door de politieke werkelijkheid van mijn bazen. Ik heb het nooit als juk ervaren, maar het leek mij wel lekker dat die grenzen zouden wegvallen. Ik droomde van ronkende columns in het huis-aan-huisblad, en barricades om op te gaan staan. Maar ook dat komt er niet van. Ten eerste zit ik zo niet in elkaar, maar ook zou ik er last van kunnen krijgen in mijn andere rollen.

Toch vind ik dat ik hierin wat meer mag dan voorheen. Dat het me niet verweten mag worden als ik er iets van zeg wanneer het me niet zint. Zo heb ik gisteren een rechtstreekse mail gestuurd naar de wethouder in onze gemeente over een stukje dorp dat er belabberd bij ligt op het moment. Ik stoorde me er al een tijdje mateloos aan, en gisteren moest het er even uit. Is een mail aan de wethouder de goede weg? Moet het niet via de geijkte kanalen (wat ik zelf altijd zo bepleit)? Nee, dacht ik. Ik ben óók een burger. Met een mening, misschien zelfs een gevoel. En de politicus zit er voor mij. Ik heb de vrijheid om me te laten horen.

Nog dezelfde dag (ja mensen, dezélfde dag!) kreeg ik antwoord. Niet van de wethouder vanwege haar vakantie, maar van een ambtenaar. Een bevredigend antwoord ook nog. Kom daar nog maar eens om!

Succesvolle mensen durven meestal meer. Die doen of zeggen gekke dingen, gaan door muren heen en slechten heilige huisjes. Die pákken hun vrijheid. Misschien mag ik wat minder genuanceerd worden.

De les van Van Gaal voor de RO-praktijk

Louis_van_GaalMorgenavond staan we met meer dan 8 miljoen mensen in oranje tenue te staren naar een voetbalwedstrijd. We zien waarschijnlijk een draak van een eerste helft en een tweede helft waar iedereen uitermate vrolijk van wordt. Toch is het niet alleen maar lol en bier drinken. We kunnen er ook wat van leren. Ik raad vooral beleidsbepalers in de ruimtelijke ordening aan eens goed te kijken naar het Nederlands Elftal op dit WK.

Systeem

Van Gaal heeft het ondenkbare gedaan: hij heeft zijn eigen visie losgelaten en heeft het systeem aangepast op de werkelijkheid die hij voor zich zag: zijn spelers en de tegenstanders. Wat is er nodig om het einddoel te bereiken? Dat was zijn kernvraag, en die beantwoordt hij tot nu toe best naar tevredenheid van bekant de gehele natie.

Vertaal dat nu eens naar de praktijk bij ruimtelijke plannen. Als een project start, valt het eigenlijk automatisch in een aantal radersystemen waarin alles en iedereen begint mee te draaien. Meest in het oog springend vind ik altijd de onderzoeksriedel. Je krijgt een lijst mee van de gemeente met dingen die je moet onderzoeken om erachter te komen of er misschien ergens een belemmering te vinden is die de voortgang van jouw project zou kunnen tegenhouden.

Crux 

Maar vaak kun je al van mijlenver zien aankomen waar de crux zit. Het is die buurman, die zich zorgen maakt over de hoogte. Het is de geurcirkel van de naastgelegen veehouderij. Of de oplossing voor het parkeerprobleem. Je ziet dan ook dat gaandeweg het proces de besluitvorming (de overeenkomst, de bezwaren, de discussie in de gemeenteraad) zich toespitst op dat ene onderwerp. Los je dat op, dan kun je door. Maar de initiatiefnemer is wel een aantal duizenden euro’s kwijt aan dingen die de meesten ongezien terzijde schuiven en niemand daarna ooit nog leest.

Waarom zakken we niet eerst terug met zijn allen, in plaats van blind te gaan onderzoeken? Maak bij de start van het project een quick scan met een aantal verstandige mensen, bij voorkeur zelfs met de omgeving van het project, en bepaal dat ene onderwerp of die twee onderwerpen waar het om gaat. Los dat op (of niet). Laat de rest voor wat het is, want niemand zit daarop te wachten. Alleen mensen die er de kost mee verdienen. Zo pas je het systeem aan op de werkelijkheid die je voor je ziet. Wat is er écht nodig om het einddoel te bereiken? Waar gaat het nu écht om?

De publicaties over de nieuwe Omgevingswet buitelen over elkaar heen. Woorden als flexibiliteit en vereenvoudiging vallen vaak. Ik heb de wet nog niet gelezen, dus misschien is mijn idee al opgepikt door politiek Den Haag. Maar ik denk het niet.

Maar als ‘we’ kampioen worden, is het toch echt het overwegen waard misschien.